Blijven autorijden met breintraining

Veel mensen willen graag tot op hoge leeftijd zelfstandig kunnen autorijden, zodat ze kunnen reizen waarheen ze willen. Je kunt de kans om veilig te blijven autorijden vergroten door oefeningen te doen die de visuele verwerkingssnelheid vergroten, het bruikbare gezichtsveld vergroten en helpen om meerdere bewegende delen tegelijkertijd in de gaten te kunnen blijven houden.
Het gebied dat je in een keer kunt opnemen, in een oogopslag heet het “bruikbare gezichtsveld”. Dat gebied is cruciaal als je veilig wilt autorijden. Het is zelfs nog belangrijker dan een algemene oogtest. Je bruikbare gezichtsveld neemt af bij het ouder worden, dus we nemen steeds minder informatie over onze omgeving in ons op. Studies laten zien dat gerichte breinoefeningen het bruikbare gezichtsveld daadwerkelijk verbeteren. Na training laten participanten de volgende resultaten zien:

  • ze maken 38% minder gevaarlijke manoeuvres
  • ze stoppen 22 feet eerder wanneer ze 55 mijl per uur rijden
  • ze voelen zich zelfverzekerder bij het rijden onder lastige omstandigheden, zoals bij slecht weer, in het donker, in onbekende omgevingen)
  • hun risico op een ongeluk door hun eigen schuld neemt af met 48%
  • ze behouden hun rijbewijs op oudere leeftijd

 

Breinoefeningen die werken

Van alle cognitieve vaardigheden is het geheugen bijzonder belangrijk voor ons. Een scherp en effectief geheugen versterkt ons zelfvertrouwen. Als we dingen vergeten voelen we ons onzeker worden. De IMPACT studie die geleid werd door wetenschappers van de Mayo Clinic en de Universiteit van Southern California is de grootste klinische studie die er is gedaan op het gebied van verbetering van het geheugen. De studie bewijst dat mensen statistisch significante verbeteringen kunnen bereiken in geheugen en verwerkingssnelheid als ze de juiste wetenschappelijk ontworpen cognitieve oefeningen doen.
Gedurende 40 uur oefenden de participanten met het Brain Fitness programma van Posit Science. De resultaten waren als volgt. Mensen die oefenden met het programma werden beter in de betreffende oefeningen. Dat is op zich niet ongebruikelijk, mensen worden gewoonlijk beter wanneer ze oefenen.
Maar waar het interessanter wordt is dat deze verbeteringen ook gegeneraliseerd of uitgebreid werden naar allerlei andere standaard geheugen tests. Deze andere standaard tests die door doktoren breed worden gebruikt om geheugenfuncties mee te toetsen, laten zien dat het geheugen van de mensen die met brainhq oefenden daadwerkelijk een beter geheugen kregen.
Mensen die de Brainhq oefeningen gebruikten rapporteerden in driekwart van de gevallen ook positieve veranderingen in hun dagelijks leven. Wat voor soort dingen? Boodschappenlijstjes onthouden zonder dat je het hoeft op te schrijven, gesprekken in rumoerige omgevingen beter kunnen volgen, onafhankelijker zijn, meer zelfvertrouwen hebben en een toegenomen gevoel van eigenwaarde in het algemeen.
Particpanten waren in staat twee keer zo snel informatie (zoals spraak) te verwerken dan voordat ze de oefeningen hadden gedaan. Gemiddeld lieten participanten die de oefeningen hadden gedaan een geheugenfunctie zien die vergelijkbaar was met mensen die 10 jaar jonger zijn.
De IMPACT studie bewijst dat cognitieve achteruitgang niet onvermijdbaar is en wel terugdraaibaar is. Volwassenen, ongeacht hun opleidingsniveau, IQ of demografische factoren, kunnen hun cognitieve vaardigheden verbeteren. Door de Brainhq oefeningen te gebruiken versterken mensen hun geheugenfunctie en hun verwerkingssnelheid van informatie. Deze verbeteringen helpen mensen om beter te presteren op het werk, betere relaties aan te gaan met andere mensen, en hun dagelijks leven efficiënter te leiden.

Weet je het echt?

LairdOns gevoelens over hoeveel we ergens van weten wordt veroorzaakt door het proces dat we doorlopen als we ons iets proberen te herinneren. Maar dat gevoel is geen predictor voor hoeveel we echt weten. Als ons veel dingen te binnen schieten over een bepaald onderwerp, dan denken we dat we het antwoord op die ene vraag ook wel zouden kunnen bedenken, ongeacht of ons dat echt zou gaan lukken of niet. Als we voelen dat de vraag eenvoudig is, dan voelen we ook dat we dicht bij het antwoord zijn, ongeacht of we het antwoord ooit zouden kunnen produceren. Het gevoel hebben dat je iets weet wil dus niet zeggen dat je het echt weet. Het gevoel hebben dat je goed aan het leren bent, wil niet zeggen dat je later de informatie ook echt kunt reproduceren. Als we iets aan het leren zijn, en we zien zowel de vraag als het goede antwoord, dan leidt dat tot gevoelens dat we het wel begrijpen en ook wel kunnen reproduceren op een later moment. Dat komt omdat zowel de vraag als het antwoord ter beschikking zijn op dat moment en dat ons een gevoel geeft van “weten en begrijpen”. Dus wil je iets echt weten en onthouden? Zorg dan dat de vraag en het antwoord niet tegelijkertijd beschikbaar zijn. Lees bijvoorbeeld eerst de vraag, bedenk je antwoord op de vraag en kijk daarna pas wat het juiste antwoord is. Het voordeel daarvan is ook dat als je antwoord niet correct was, terwijl je verwachtte dat het wel correct zou zijn, je alert wordt en aandacht gaat besteden aan wat je fout had. Dat helpt om diepgaander te leren. Wat we geloven over wat we ons zullen herinneren is geen goede indicator voor wat we ons daadwerkelijk herinneren.
(meer lezen: Self perception theory, James Laird)

Verveel je je?

Een gevoel van verveling komt voort uit een gebrek aan concentratie. Je verdeelt je aandacht bijvoorbeeld over vele kleine dingen, maar doet niks met volle aandacht. Dat levert een gevoel van verveling op. Als we ons niet goed kunnen concentreren, maar we weten niet bewust waarom dat zo is, dan concluderen we dat we ons aan het vervelen zijn. Als er bijvoorbeeld een achtergrondgeluid is dat we niet echt bewust horen, maar dat onze concentratie toch beïnvloedt, dan concluderen we op basis van ons ongeconcentreerde gedrag dat we ons aan het vervelen zijn. Dus als je je verveelt en je wilt daarvan af, kies dan iets om je volle aandacht aan te besteden. Dan krijgen gevoelens van verveling geen kans.

Speelbal van je gevoelens?

lairdcover_230Gevoelens zijn belangrijke indicatoren van hoe je je aan het gedragen bent. Als je negatieve gedachten hebt, krijg je negatieve gevoelens. Als je onderuit gezakt zit, voel je je relaxt of moe. Als je glimlacht, voel je je gelukkig. Je kunt je eigen gevoelens, gedachten en wensen dus leren herkennen door je eigen gedrag te observeren en te reflecteren op hoe je je voelt als je je zo gedraagt.
Onze gevoelens worden geconstrueerd door persoonlijke en situationele cues. Een persoonlijke cue is gerelateerd aan jezelf, een situationele cue is hoe de meeste mensen zich zouden voelen in bepaalde omstandigheden waardoor jij je nu ook zo gaat voelen. Een voorbeeld? Een persoonlijke cue is “Ik huil, dus ik ben verdrietig” en een situationele cue is “De meeste mensen zijn vrolijk op een feest, ik ben op een feest dus ik voel me vrolijk”.
Je hoeft dus geen speelbal te zijn van je emoties en gevoelens. Want ze ontstaan niet zomaar, ze volgen uit je gedrag. Hoe kun je dit praktisch benutten? Je kunt je gevoelens een belangrijke rol laten spelen in je vervolggedrag. Door je op een bepaalde manier te voelen, word je je bewust van je gedrag en kun je kiezen hoe je je verder wilt gedragen. Gevoelens geven feedback over gedrag en met die feedback kun je bewust beslissen wat je vervolggedrag gaat worden, waardoor je gevoel zal mee veranderen.
Meer weten?

Competentieverwachting of competentiefantasie

competence motivationVerwachten of fantaseren, wat denk je dat beter werkt om je gewenste progressie daadwerkelijk te bereiken? In het Handbook of Competence and Motivation beschrijven Gabrielle Oettingen en Meike Hagenah het onderscheid tussen competentieverwachting en competentiefantasie en de effecten ervan.
Competentieverwachting is de verwachting dat je een bepaald competentieniveau zult gaan bereiken. Die verwachting is bijvoorbeeld gebaseerd op je positieve ervaringen met het verwerven van een bepaald niveau van competentie in het verleden. Daarbij is het tevens belangrijk om te weten hoe je dat competentieniveau destijds hebt bereikt. Door hierop te reflecteren krijg je de optimistische verwachting dat je ook in de toekomst je gewenste competentieniveau kan bereiken. Deze verwachting dat je een hoger competentieniveau kunt bereiken blijkt te leiden tot inspanning om daadwerkelijk dit hogere niveau te bereiken. De positieve verwachting die is gegrond in kennis van je eigen acties en effectief leergedrag, leidt tot actie, positief gedrag en progressie.
Klik hier om meer te lezen

Iets over de neuropsychologie van ons geheugen

neuropsychologyHet menselijk geheugen bestaat uit een korte termijn geheugen en een lange termijn geheugen. Het korte termijn geheugen is het geheugen dat we gebruiken om sensorische informatie, bewegingsinformatie of cognitieve informatie vast te houden voor korte tijd. Zoals lijstjes met telefoonnummers of namen. De temporaal kwab en de frontaal kwab zijn betrokken bij het korte termijn geheugen. Het lange termijn geheugen bestaat uit drie systemen. Het eerste is het expliciete lange termijn geheugen. Het tweede is het impliciete lange termijn geheugen en het derde is het emotionele geheugen (bewust en onbewust).
Expliciet of bewust lange termijn geheugen is conceptueel gedreven en volgt een top-down proces in ons zenuwstelsel. Het expliciete lange termijn geheugen kan episodisch zijn (persoonlijk en autobiografisch) of semantisch (kennis en feiten). Hoe wij de informatie kunnen ophalen uit ons geheugen hangt helemaal af van hoe we de informatie initieel hebben opgenomen. De hippocampus speelt een belangrijke rol in ons expliciete geheugen. De hippocampus verbindt meerdere hersendelen met elkaar via twee paden, 1 pad perforeert de hippocampus en verbindt de hippocampus met de posterior neocortex. Het andere pad heet de fimbia fornix en verbindt de hippocampus met de thalamus, de frontale cortex, de basal ganglia en de hypothalamus. Schade aan de hippocampus hangt samen met geheugenverlies.
Klik hier om meer te lezen

Progressie boeken op organisatieniveau via een test-and-learn aanpak

Organisaties waarin de progressiegerichte aanpak succesvol en door de hele organisatie heen wordt benut hebben een progressiegerichte test-and-learn benadering gekozen, in plaats van een defectgerichte plan-and-implement benadering. Wat is het verschil tussen die twee benaderingen?

Klik hier om meer te lezen

Kritiek op de positieve psychologie

0vP9oPhp_400x400Seph Fontana beschrijft de twintig kritiekpunten die tijdens het laatste positieve psychologie congres werden bediscussieerd. Hij zegt dat er valide en absurde kritiekpunten tussen staan. Hier zijn een paar van de (in mijn ogen) belangrijkste kritiekpunten op de positieve psychologie, in mijn woorden samengevat en aangevuld:Klik hier om meer te lezen

De plasticiteit van ons ruggenmerg

Als we een nieuwe motorische vaardigheid leren, zoals bijvoorbeeld het leren spelen van een muziekinstrument, dan ontstaat er nieuwe synaptische connecties in diverse gebieden in ons brein. Er is veel bewijs voor deze plasticiteit van ons brein, maar hoe zit dat met ons ruggenmerg? Het ruggenmerg is de belangrijkste link tussen het brein en het perifere zenuwstelsel en maakt deel uit van het centraal zenuwstelsel. Veel menselijke leermodellen gaan ervan uit dat het ruggenmerg simpelweg een passieve rol heeft in het doorgeven van informatie van de cortex aan de spieren. Maar een onderzoek van Vahdat et al (juni 2015) werpt een ander licht op de rol van ons ruggenmerg.
Klik hier om meer te lezen