In deze post stond een overzicht van wat excellente docenten doen, zodat de positieve impact op het leren van studenten groot is. Hier is een verdere toelichting op het eerste punt: docenten die met elkaar samenwerken.Klik hier om meer te lezen
Deze week verzorgde ik een sessie over progressiegerichte teamcoaching voor een groep teamcoaches. We starten de sessie met een oefening waarin we focusten op succeservaringen. Wat werkte er goed in die ervaringen? Wat deden de teamcoaches dan?
Hier kun je een TED presentatie vinden van John Hattie, en hier kun je posts vinden die ik eerder schreef over zijn werk. Uit zijn meta analyse van wat een impact heeft, groter dan 0,4) op de prestaties van kinderen komt het volgende overzicht naar voren:
docenten die samenwerken om de impact van hun aanpak op de prestaties van de student gezamenlijk te begrijpen
de kracht van het bewegen van wat studenten nu weten naar expliciete succescriteria (waar sta ik nu, hoe ziet succes eruit)
fouten en vergissingen verwelkomen als kansen om te leren, een klimaat van vertrouwen dat fouten maken ok is
maximaliseren van de feedback aan docenten omtrent de impact op hun studenten
de juiste proporties tussen oppervlakkig en diepgaand leren (je kunt pas verbanden leren zien als je de oppervlakte feiten kent)
de Goldi Locks principes van uitdaging: niet te makkelijk en niet te moeilijk.
deliberate practice als leerstrategie om de uitdagingen te leren
Hattie pleit ervoor het over bovenstaande succesfactoren te hebben in ons onderwijsdebat, en niet meer over de factoren zoals de structuur, diepgaand leren, de kenmerken van studenten en de introductie van technologieen, omdat deze factoren geen verschil maken voor de prestaties van studenten.
Hoewel we intuitief geneigd zijn te denken dat we ons op een bepaalde manier gedragen omdat we ons op een bepaalde manier voelen (gevoel veroorzaakt gedrag), tonen de zelfperceptietheorie-onderzoeken aan dat die intuitie niet klopt. Gevoel is kennis.
In de jaren 80 was de conceptualisatie van Achievement Goals als volgt: de redenen en doelen die individuen hebben als zij gedrag vertonen om iets te bereiken. Er werden twee soorten doelen onderscheiden: taakgeoriënteerde doelen en egogeoriënteerde doelen.
John Hattie maakt zich sterk voor evidence based onderwijspraktijken. Hij stelt dat het van groot belang is dat docenten een gedeelde perceptie hebben hoe progressie voor een individuele student er uit ziet. Als een leerling van de ene naar de andere klas gaat, is het van belang dat hij steeds iets uitdagender lesstof krijgt, dat hij een docent krijgt met dezelfde hoge verwachtingen ten aanzien van de te bereiken progressie door de leerling als de voorgaande docent en dat hij een docent krijgt die aansluit bij waar de leerling op dat moment aan toe is (in plaats van waar de docent zelf vanuit gaat dat leerlingen bij de start van een jaar moeten staan). Er is daarnaast veel winst te behalen bij het ontwikkelen van een groeimindset bij docenten, zo stelt Hattie. Docenten kijken nog vaak met een statische mindset naar leerlingen, plaatsen ze bijvoorbeeld in groepjes die zich van elkaar onderscheiden qua niveau en creeren daarmee vervolgens een statische mindset bij die leerlingen. Hier kun je meer stukjes vinden die ik schreef over de aanbevelingen en bevindingen van John Hattie:
Onder andere in dit artikel kun je lezen over een gunstig klassenklimaat voor leerlingen, dat wil zeggen een klassenklimaat waarin ze op een betrokken en geïnteresseerde manier steeds beter worden in het vak dat ze aan het leren zijn. Wat kun je als docent doen om een dergelijk klassenklimaat te creëren? Klik hier om meer te lezen
Is het verstandig om in de klas een competitief klimaat te creëren? Of is het beter om een klassenklimaat te creëren waarin er een focus is op meesterschap, dus op beter worden in de taak en op leren? En hoe meet je dan wat beter is?
Eisen stellen aan hoe je kind zich gedraagt past prima in een autonomieondersteunende opvoedstijl. Autonomie ondersteuning is immers niet hetzelfde als laissez-faire, alles goed vinden wat je kind wil en doet. (Realistische) hoge verwachtingen zijn zelfs, mits ze op een niet-autoritaire wijze worden besproken, goed voor het welbevinden van kinderen. Dat leren de onderzoeken in de zelfdeterminatietheorie ons.
Wij gebruiken cookies op onze website om u de meest relevante ervaring te bieden door uw voorkeuren en herhaalbezoeken te onthouden. Door op "Accepteren" te klikken, stemt u in met het gebruik van ALLE cookies.
This website uses cookies to improve your experience while you navigate through the website. Out of these, the cookies that are categorized as necessary are stored on your browser as they are essential for the working of basic functionalities of the website. We also use third-party cookies that help us analyze and understand how you use this website. These cookies will be stored in your browser only with your consent. You also have the option to opt-out of these cookies. But opting out of some of these cookies may affect your browsing experience.
Necessary cookies are absolutely essential for the website to function properly. This category only includes cookies that ensures basic functionalities and security features of the website. These cookies do not store any personal information.
Any cookies that may not be particularly necessary for the website to function and is used specifically to collect user personal data via analytics, ads, other embedded contents are termed as non-necessary cookies. It is mandatory to procure user consent prior to running these cookies on your website.