Category Archive: Uncategorized

Verbeterde breinfuncties zichtbaar

Sudoku’s en kruiswoordpuzzels zijn leuk tijdverdrijf, maar ze verbeteren onze hersenfuncties niet. Gerichte breinoefeningen zoals je die hier kunt vinden blijken wel daadwerkelijk ons brein te veranderen en verbeteren. Deze verbeteringen zijn enerzijds de rapportage van mensen dat hun algemene stemming is verbeterd, hun dagelijkse activiteiten makkelijker verlopen en hun zelfvertrouwen is toegenomen. In het brein is de verbetering ook daadwerkelijk te zien.
Nadat mensen gericht auditieve oefeningen hebben gedaan is te zien dat de neuronen sneller reageren op spraak. Hun neurale timing verbetert. EEG studies hebben de amplitude gemeten in het brein en laten zien dat de visuele perceptie verbetert door visuele oefeningen en dat de achteruitgang in selectieve aandacht wordt gestopt en omgekeerd, wat leidt tot betere cognitieve functies en betere geheugenfuncties. Een imaging studie laat zien dat de integriteit van de occipito-temporale witte materie verandert na gerichte breinoefeningen, wat geassocieerd is met betere probleemoplossing en logische redenering. fMRI data laat zien dat dat er trainingsgerelateerde activiteit te zien is in hersengebieden die geassocieerd zijn met visuele aandacht. En een studie waarin een EEG werd gebruikt liet zien dat er modificaties zijn in het brein die geassocieerd zijn met een betere geheugenfunctie.

Blijven autorijden met breintraining

Veel mensen willen graag tot op hoge leeftijd zelfstandig kunnen autorijden, zodat ze kunnen reizen waarheen ze willen. Je kunt de kans om veilig te blijven autorijden vergroten door oefeningen te doen die de visuele verwerkingssnelheid vergroten, het bruikbare gezichtsveld vergroten en helpen om meerdere bewegende delen tegelijkertijd in de gaten te kunnen blijven houden.
Het gebied dat je in een keer kunt opnemen, in een oogopslag heet het “bruikbare gezichtsveld”. Dat gebied is cruciaal als je veilig wilt autorijden. Het is zelfs nog belangrijker dan een algemene oogtest. Je bruikbare gezichtsveld neemt af bij het ouder worden, dus we nemen steeds minder informatie over onze omgeving in ons op. Studies laten zien dat gerichte breinoefeningen het bruikbare gezichtsveld daadwerkelijk verbeteren. Na training laten participanten de volgende resultaten zien:

  • ze maken 38% minder gevaarlijke manoeuvres
  • ze stoppen 22 feet eerder wanneer ze 55 mijl per uur rijden
  • ze voelen zich zelfverzekerder bij het rijden onder lastige omstandigheden, zoals bij slecht weer, in het donker, in onbekende omgevingen)
  • hun risico op een ongeluk door hun eigen schuld neemt af met 48%
  • ze behouden hun rijbewijs op oudere leeftijd

 

Zelfvertrouwen van meisjes oppeppen

selfCarol Dweck’s boek Self Theories staat boordevol waardevolle informatie voor ouders, docenten, coaches en alle anderen die o.a. met jongeren en studenten werken. We hebben al veel aandacht besteed aan haar werk. In haar boek Self Theories schrijft ze onder andere over hoe meisjes die initieel goed presteren in wiskunde en wetenschapsvakken, een statische mindset kunnen ontwikkelen. Ze schrijft:
In reactie op de jarenlange negatieve stereotypering van meisjes (ze zijn minder slim dan jongens en minder goed in wiskunde dan jongens en dergelijke), hebben veel ouders en scholen het roer omgegooid en zijn ze meisjes uitbundig gaan prijzen over hoe slim en goed aan aardig ze zijn. De assumptie daarbij is dat het zelfvertrouwen van meisjes groeit wanneer zij ervan overtuigd zijn dat ze slim zijn en dat dit ze zal helpen om door te zetten wanneer ze met tegenslagen te maken krijgen. Slimme meisjes presteren het best op de lagere school, beter dan slimme jongens. En ze gedragen zich vaak beter, en krijgen daarvoor complimenten, zoals “You’re a star”.
Klik hier om meer te lezen

De microstructuur van deliberate practice

De microstructuur van deliberate practice. Hoe ziet die eruit? Iedereen die start met een nieuwe activiteit heeft oefening en training nodig. Er zijn geen voorbeelden bekend van hele jonge kinderen die zonder enige oefening direct een expert niveau lieten zien in een bepaalde vaardigheid.

Klik hier om meer te lezen

Groeimindset- en stuurdialoog

Leidinggevenden die een groeimindset willen stimuleren bij medewerkers stuiten soms op uitspraken als:”Het past gewoon niet bij mijn sterktes, door die taak van mij te vragen zet je mij niet in mijn kracht”. Als het wel de bedoeling is dat de medewerker de betreffende taak uitvoert, dan zal de leidinggevende zodanig moeten gaan sturen dat het de medewerker duidelijk wordt wat er van hem verwacht wordt en waartoe dat van hem verwacht wordt. Maar daarnaast is ook het stimuleren van de perceptie dat de medewerker kan leren de taak uit te voeren belangrijk. Anders begrijpt de medewerker wel wat de bedoeling is, maar heeft hij nog steeds de perceptie dat hij niet competent is noch kan worden. Een voorbeeld van een groeimindset- en stuurdialoog is te vinden via deze link:
groeimindset en stuurdialoog

(Op)nieuw geleerd, oud gedaan

OMSLAG_232xAls je eenmaal tekenen van dementie laat zien gaat alles alleen maar bergafwaarts. Je herinnert je steeds minder, je kunt steeds minder. Familieleden en professionals moeten zich daarom uitsluitend richten op het verzorgen van de demente persoon en geen moeite meer doen om die persoon nog iets te leren. Is dat echt de enige mogelijke insteek? Of hebben ook mensen met dementie nog lerend vermogen?
Het boek (Op)nieuw geleerd, oud gedaan van Ruud Dirkse, Roy Kessels, Hans Hoogeveen en Irmgard van Dixhoorn legt uit dat ouderen met dementie wel degelijk kunnen blijven leren. Het boek werd me aanbevolen door een betrokken team van lerende professionals bij Stichting MaasDuinen, die werken met ouderen met dementie. Het boek is zowel voor professionals als voor iedereen die te maken heeft met dementie in zijn privé omgeving interessant om te lezen en vooral, ervan te leren.
Zo wordt er in het boek uitgelegd dat mensen met dementie nog steeds kunnen leren, bijvoorbeeld om nieuwe technische hulpmiddelen te bedienen. Het leren bij mensen met dementie kan bijvoorbeeld op deze vier manieren:
1. stimulus-respons leren: een aaneenschakeling van handelingen die, als je ze vaak genoeg herhaalt, een automatisme wordt
2. foutloos leren: mensen met dementie leren niet zozeer van fouten maken, maar leren het beste door de nieuwe handelingen foutloos te doorlopen. Ze hebben dus behoefte aan eenvoudige en duidelijke instructies, waardoor de nieuwe handelingen foutloos geoefend kunnen worden.
3. emotie-leren: gebeurtenissen met een emotionele lading worden gemakkelijker opgeslagen in het geheugen. Het is belangrijk voor mensen met dementie om vooral positieve emoties te ervaren tijdens het leren. Dus het creëren van een omgeving en gebeurtenissen die positieve emoties oproepen helpt om op een prettige manier te leren. Mensen met dementie zijn sterker geneigd zijn om zich gebeurtenissen waarbij ze negatieve emoties ervoeren te herinneren, waardoor ze daar telkens weer van streek van kunnen raken.
4. associatie-leren: een mooi gedekte tafel roept de associatie op met lekker eten. Om ervoor te zorgen dat ouderen met dementie blijven eten kan het daarom goed werken om gebruik te maken van dit soort associaties en de tafel gezellig te dekken met aantrekkelijk opgediend eten.
Een hoopgevend boek, dat op overtuigende wijze praktische handvatten biedt voor het boeken van progressie door mensen met dementie.

De relatie tussen gelukkig zijn en succesvol zijn

Leidt gelukkig zijn tot succesvol zijn of leidt succesvol zijn tot gelukkig zijn? Dat is een interessante onderzoeksvraag, die het beste onderzocht kan worden via longitudinaal onderzoek. Dat soort onderzoek is gedaan en is nog volop gaande. Vooralsnog blijkt dat er een causaal verband is tussen gelukkig zijn en succesvol zijn.
Mensen die gelukkig zijn bouwen betere sociale relaties op en zijn actiever dan mensen die minder gelukkig zijn. Omdat dit blijkt uit longitudinale onderzoeken kan gesteld worden dat er een causaal verband is dat er zo uitziet: gelukkig zijn leidt tot betere sociale relaties en actiever bezig zijn met dingen die je interesseren.
Mensen die gelukkig zijn verwerven gemakkelijker een baan, ervaren hoge werkvoldoening en voelen zich financieel onafhankelijk, zijn minder vaak ziek en krijgen betere beoordelingen. Ook de productiviteit van gelukkige mensen is hoger dan van minder gelukkige mensen. Mensen die gelukkig zijn denken creatiever (maar niet andersom, dus creatieve mensen worden niet gelukkiger). Gelukkige mensen verdienen meer geld en zijn minder vaak werkeloos. Ook hier is de relatie causaal en gaat van gelukkig zijn naar de positieve werkuitkomsten.
Gelukkig zijn blijkt ook een causaal verband te hebben met gezond zijn. Mensen die gelukkiger zijn blijken jaren later ook gezonder te zijn dan minder gelukkige mensen. Gelukkige mensen zijn minder vaak ziek, verzuimen minder vaak van hun werk en bezoeken minder vaak ziekenhuizen dan minder gelukkige mensen. Gelukkige mensen hebben minder vaak hartinfarcten (vooral onder mannen) en zijn mobieler op oudere leeftijd. Mensen met diabetes die gelukkig zijn hebben hun diabetes beter onder controle dan mensen met diabetes die ongelukkig zijn. De factor die hierbij bepalend was was dat gelukkige mensen beter weten om te gaan met hun diabetes. Gelukkige mensen met pijnklachten weten deze pijnklachten ook beter te handelen en hebben er minder last van dan ongelukkige mensen. Tenslotte; we kunnen voorspellen hoe lang een mens leeft op grond van hoe gelukkig hij is. Gelukkig zijn in je jeugd is gerelateerd aan een lang leven. De verklaring voor dit causale verband tussen gelukkig zijn en gezond zijn is dat je immuun systeem sterker wordt als je gelukkig bent.
Mensen die gelukkig zijn gedragen zich op zo’n manier dat ze betere sociale relaties opbouwen, succesvol zijn op hun werk en gezond zijn. Maar meer is niet beter. Het onderzoek toont aan dat mensen die gematigd gelukkig zijn succesvoller zijn dan mensen die extreem gelukkig zijn. Een verklaring kan zijn dat extreem gelukkige mensen minder motivatie hebben om zichzelf te verbeteren en daardoor minder effectief gedrag laten zien om verbetering te bereiken. En het feit dat gelukkig zijn samenhangt met succesvol zijn wil niet zeggen dat er geen functie is voor negatieve emoties en ongelukkig zijn. Negatieve emoties en ongelukkig zijn geven ons een zetje om in beweging te komen en onze problemen aan te pakken. Negatieve emoties kunnen de bron zijn van grote en belangrijke maatschappelijke verbeteringen, zoals de afschaffing van de slavernij. Gelukkige mensen ervaren een mix van positieve en negatieve gevoelens en zijn niet alleen maar steeds heel vrolijk en blij.

Waar geef je je geld aan uit?

Mensen in consumptiemaatschappijen rapporteren gelukkiger te zijn dan mensen in niet consumptiemaatschappijen. Maar het is niet het consumptie-aspect dat dit veroorzaakt. Onder consumeren wordt verstaan het kopen, bezitten en gebruiken van commercieel geproduceerde goederen en diensten die niet nodig zijn voor het vervullen van onze basisbehoeften.
Hoe komt het dan wel dat mensen in consumptiemaatschappijen rapporteren gelukkiger te zijn? Consumptiemaatschappijen blijken hoge kwaliteit van onderwijs te hebben, een hoge levensverwachting, grotere politieke, religieuze en artistieke vrijheid, meer keuze in entertainment, voedsel en recreatie en meer diensten en producten voor fysieke gemakken. Welke aspecten hiervan daadwerkelijk bijdragen aan welbevinden en welke niet is nog volop in onderzoek.
De relatie tussen geld en geluk is complex. Uit het onderzoek naar welbevinden en materialisme blijkt dat voor mensen die niet arm zijn, het nastreven van een hoger inkomen als doel op zich niet leidt tot meer welbevinden. Je inkomen verhogen als doel op zich is een extrinsiek doel en het najagen van extrinsieke doelen hangt samen met minder welbevinden in plaats van meer. In welvarende landen waar de inkomensongelijkheid niet groot is, is het welbevinden van mensen hoger dan in landen waar een grote inkomensongelijkheid is en er armoede heerst.
Als je geld hebt, waar kun je het dan het beste aan uitgeven om je welbevinden langdurig te vergroten? Geld uitgeven blijkt de meeste langdurige voldoening te geven wanneer het besteed wordt aan:
• Liefdadigheid
• Dingen die helpen om sociale relaties te onderhouden
• Ervaringen in plaats van producten, wanneer het doel is om een levenservaring op te doen
• Sparen

Elkaar leren kennen via de cirkeltechniek

Deze weken begeleid ik teamsessies in een zorginstelling, waarbij de teamleden in nieuw samengestelde teams zich aan het voorbereiden zijn op een nieuwe manier van werken: van intramuraal naar “meer zoals het gaat in de thuiszorg”. De teamleden willen elkaar leren kennen en willen een gezamenlijk idee krijgen over hoe ze de nieuwe manier van werken samen willen oppakken. De cirkeltechniek bleek een interessante en leuke manier te zijn om elkaar te leren kennen. Dat ging zo:
1. Stap 1. Vorm duo’s, pak een groot vel papier per persoon en teken twee cirkels op dat papier: een binnencirkel en een buitencirkel
2. Stap 2: Ga de binnencirkels vullen: Vertel eens aan je collega wat er al in jouw binnencirkel kan worden opgeschreven. Met andere woorden: wat heb je aan deskundigheid, kennis, ervaring, vaardigheden? Wat gaat je gemakkelijk af? Wat heb je al geleerd? Met welke vragen kunnen je collega’s bij jou terecht omdat je er iets van af weet?
3. Stap 3: Vertel nu eens aan je collega wat er in jouw buitencirkel kan worden opgeschreven. Met andere woorden: wat wil je de komende periode graag leren? Wat wil je graag verder ontwikkelen? Waar heb je interesse in om je meer mee bezig te houden? Waar wil je misschien beter in worden?
4. Stap 4: Leg alle vellen papier op de grond. Elk duo vertelt wat op de volgende manier wat in de cirkels staat: de ene persoon vertelt wat er in de binnencirkel staat van zijn duo-partner en die vertelt zelf wat er in zijn buitencirkel staat en andersom.
5. Stap 5: We gebruiken deze cirkels om elkaar te helpen en ondersteunen bij wat mensen willen leren en bereiken, om taakhouderschappen in te vullen en om te weten bij wie ieder terecht kan met specifieke vragen.

Een houding van niet weten?

In de progressiegerichte aanpak gebruiken we soms de term “de houding van niet weten”. Daarmee wordt bedoeld dat je in interactie met een ander de houding aanneemt dat je niet weet wat de ander ervaart en wil, wat voor de ander werkt, wat de logica van de ander is. En dat je daarom onderzoekende vragen moet blijven stellen waardoor het voor jou en die ander allemaal steeds helderder wordt. Ik denk dat de term “houding van niet weten” verwarrend kan zijn. Is het een houding die je aanneemt dat je iets niet weet terwijl je het eigenlijk wel weet? Dat associeer ik met trucjes en toneelspelen. Net doen alsof je iets niet weet, terwijl je het wel weet, maakt je interactie diffuus en er sluipt iets oneerlijks in je gesprek. Je vragen en opmerkingen kunnen daarmee ook suggestief worden, je probeert een open vraag te stellen maar in je intonatie klinkt door dat je denkt het antwoord al te weten.
Wat mij betreft gaat het niet om een houding van niet weten maar om de overtuiging dat je nooit kunt weten hoe een ander de werkelijkheid ervaart, wat belangrijk voor hem is en wat hij denkt en voelt. De reden daarvan? Bij mensen is er zo’n complex samenspel tussen ons bewuste en ons onbewuste dat we vaak onszelf niet eens goed kunnen begrijpen, laat staan dat we kunnen “weten” hoe een ander de dingen ziet en ervaart. Daarnaast is de werkelijkheid van mensen vaak veel te complex om te denken dat we al weten hoe het zit voor de ander. Onze gedachten en ons gedrag wordt gestuurd door allerlei impulsen, zowel van binnen uit als van buitenaf. Er is een liedje op de radio dat onbewust een herinnering bij je oproept en dat bepaalt de stemming waarmee je op je werk komt, zonder dat je bewust begrijpt dat je stemming door het liedje kwam. Of je ergert je enorm aan alles wat je collega doet en je realiseert je niet dat dat komt omdat hij je onbewust doet herinneren aan iemand die je altijd dwars zat op de middelbare school. Jij cliënt verzucht dat hij het gevoel heeft dat alles in het honderd loopt en jij denkt dat je al weet dat dat komt omdat hij te perfectionistisch is terwijl hij ervaart dat het momenteel even te druk is.
Zodra je je realiseert hoe weinig we weten waarom we ons voelen zoals we ons voelen, waarom we ons gedragen zoals we dat doet en waarom we denken wat we denken, wordt de houding van niet weten een besef dat we het echt niet weten. Geen houding van niet weten, maar de overtuiging dat je echt niet weet. Hoe goed je iemand ook kent.