Category Archive: Uncategorized

Maar je bent vrij…..

Je bent het meest overtuigend als je niet probeert te overtuigen. Zodra mensen namelijk het gevoel hebben dat iemand ze ergens van probeert te overtuigen, gaan ze zichzelf beschermen tegen de beïnvloeding. Het reactance effect heet dit (Brehm, 1966).
Maar wat gebeurt er als je je vrije keuze weer terug krijgt? Als je het gevoel krijgt dat je vrij bent om nee te zeggen? Zou je dan meer geneigd zijn om te voldoen aan een verzoek dat op je afkomt? Dat was de vraag die in vele onderzoeken onder de loep is genomen. De BYAF techniek stond in die onderzoeken central. But You Are Free.
Je wordt bijvoorbeeld gevraagd om een donatie te doen, en aan dat verzoek wordt toegevoegd “Maar u bent vrij om nee te zeggen”. Het blijkt dat de toevoeging van die zin een enorm effect heeft op je bereidheid aan het verzoek te voldoen. Door te benadrukken dat je een vrije keuze hebt, ben je tweemaal zo geneigd om te voldoen aan het verzoek.
In een meta analyse van alle onderzoeken stond de vraag centraal: werkt de BYAF techniek in alle situaties? Ook als degene die het verzoek doet niet fysiek aanwezig is (dus per email)?
Uit de meta analyse bleek dat de BYAF techniek in elke context werkt. Dus ook in een sales context, waar de potentiele koper zeer goed op de hoogte is van de doelen van de verkoper. Zowel als er een verzoek werd gedaan om bij te dragen aan een pro-sociaal doel als wanneer er een verzoek werd gedaan uit eigen belang, bleek de simpele toevoeging van een zin waaruit bleek dat degene vrij was om nee te zeggen, de kans te verdubbelen dat de persoon “ja” zei.
De BYAF techniek bleek niet zo goed te werken als degene die het verzoek doet niet fysiek aanwezig is. Het is niet helemaal duidelijk waarom dat zo is, maar als er een verzoek per email wordt gedaan waarbij de BYAF zin werd toegevoegd, dan bleek dat mensen niet zozeer meer bereid waren om aan het verzoek te voldoen.
De BYAF techniek past naadloos in de progressiegerichte aanpak. Met de interventies ondersteun je voortdurend de autonomie van de ander om zijn eigen keuzes te maken.
Lees hier het volledige artikel

Van overnemen naar waarderen

Zaken overnemen. Oplossingen aanreiken. Dingen voor de ander oplossen. En ervan balen omdat je het zelf drukker krijgt en de ander niet zelfredzamer wordt. Veel leidinggevenden zeggen hier last van te hebben. De medewerker komt met een probleem en voor de leidinggevende het weet heeft die het probleem…
De oplossingsgerichte stuuraanpak  reikt handvatten aan om de medewerker te activeren om eigen oplossingen te bedenken. Dat werkt goed, maar is nog niet altijd even gemakkelijk om consequent te doen.
Een leidinggevende die ik de afgelopen week zag heeft de volgende oplossing voor zichzelf gevonden. Als hij merkt dat hij zaken wil gaan overnemen, dan focust hij zich in plaats daarvan op wat hij waardeert in wat de medewerker al heeft gedaan. Hij geeft de medewerker een compliment en erkent diens inbreng. Het effect is tweeledig. De leidinggevende zelf kan niet twee dingen tegelijk, dus zaken overnemen en de medewerker waarderen. Door de medewerker te waarderen, neemt hij automatisch de zaken niet over. Het tweede effect heeft met de medewerker te maken. Door de erkenning en waardering wordt die optimistischer over zijn eigen competentie, gestimuleerd om na te denken over oplossingen en actief in het gesprek.

Schrijven over de meest positieve ervaringen in je leven

Niet alleen schrijven over traumatische ervaringen kan helend werken, ook schrijven over positieve levenservaringen kan een positief effect hebben op je gemoedstoestand en fysieke gezondheid. Dat blijkt uit onderzoek van King, 2004. Proefpersonen schreven gedurende drie dagen 20 minuten over de meest positieve ervaringen in hun leven. De resultaten? De proefpersonen die schreven over hun positieve ervaringen rapporteerden een significant betere gemoedstoestand en bezochten significant minder vaak een dokter, in vergelijking tot een controlegroep die schreef over neutrale onderwerpen (zoals hoe hun woonkamer eruit zag).
Wil je het zelf eens proberen? Dit is de instructie die proefpersonen in het onderzoek kregen:
Denk aan de meest prachtige ervaring of ervaringen van je leven, de gelukkigste momenten, extatische momenten, momenten van grote vreugde, misschien omdat je liefde voelde of omdat je naar muziek luisterde of omdat je opeens werd geraakt door een boek of schilderij of een ander creatief moment. Kies 1 moment of ervaring. Neem dat moment zo specifiek mogelijk in gedachten, met alle gevoelens en emoties die erbij hoorden. Schrijf zo gedetailleerd mogelijk over deze ervaring, inclusief alle gevoelens, gedachten en emoties die toen aanwezig waren. Doe je best om de gevoelens opnieuw te beleven.
Op dag 2 en 3 kun je over dezelfde of over een andere prachtige ervaring schrijven.
 

Expressief schrijven kan je gezondheid verbeteren

Schrijven kan een effectieve manier zijn om betekenis te geven aan gebeurtenissen in je leven en om (traumatische) ervaringen te verwerken. Schrijven kan zowel je fysieke gezondheid als je geestelijke gezondheid verbeteren. Dat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek van onder andere J. W. Pennebaker, J.M. Smyth en L.A. King. James W. Pennebaker is professor aan de Universiteit van Texas, heeft veel onderzoek gedaan naar schrijven, taal en emoties en is auteur van vele boeken en artikelen, waaronder het boek The Secret Life of Pronouns.
Waarom kan schrijven over een traumatische gebeurtenis in je leven zulke positieve effecten hebben?
Kacewicz, E., Slatcher, R.B., & Pennebaker, J.W. (in press) zeggen hierover in het Handbook of Low-Cost Interventions to Promote Physical and Mental Health: Theory research and Practice het volgende:

  1. Schrijven helpt je om je individueel en sociaal te ontremmen. Om “je hart te luchten”. Het delen van je ervaringen lucht op en verbetert de fysieke en geestelijke gezondheid.
  2. Erkenning van je emoties en je emotioneel uiten helpt bij het verwerken van traumatische gebeurtenissen. Door te schrijven erken je je emoties en je gedachten.
  3. Gewenning. Door meerdere malen woorden te geven aan je gevoelens en gedachten treedt gewenning op, waardoor je minder gevoelig wordt voor de gedachten aan de traumatische gebeurtenis.
  4. Structureren. Het structuren van je verhaal helpt om betekenis te geven. Als het verhaal coherent is opgebouwd helpt dat beter dan wanneer het verhaal chaotisch wordt opgeschreven. Als het verhaal kan worden afgemaakt werkt dat beter dan wanneer het verhaal wordt onderbroken Als je schrijft vraagt dat om meer coherentie dan als je je verhaal vertelt, waardoor schrijven beter helpt om structuur aan te brengen in je traumatische ervaringen.
  5. Door te schrijven kun je begrip en inzicht krijgen. Als mensen cognitieve woorden gebruiken in hun verhaal helpt het ze om het trauma te verwerken. Zinsconstructies als “ik begrijp nu dat…”of “ik realiseer me dat…” geven aan dat mensen betekenis geven aan hun verhaal en dat helpt ze bij de verwerking ervan. Mensen die al in sessie 1 dit soort zinnen gebruiken hebben geen baat bij het schrijven en mensen die in de loop van hun schrijfsessies meer van deze woorden gaan gebruiken hebben er wel baat bij om te schrijven.
  6. Door te schrijven kun je de gebeurtenissen vanuit andere perspectieven gaan bekijken. Mensen die in de loop van de schrijfsessies veranderden van bijvoorbeeld de “ik-vorm” naar de hij/zij/wij vorm of andersom (de volgorde maakt niet uit, de verandering in vorm is waar het om gaat) hadden veel baat bij het schrijven. Ze keken naar het verhaal vanuit verschillende perspectieven.

Gevoelens als informanten van je gedrag

De kern van de zelfperceptietheorie is dat we ons op een bepaalde manier voelen omdat we ons op een bepaalde manier gedragen en niet andersom. Dat is tegenintuïtief voor veel mensen. Over het algemeen geloven mensen dat ze zich op een bepaalde manier gedragen omdat ze bepaalde gevoelens hebben. Ik voel me vrolijk en daarom lach ik. Ik voel me verdrietig en daarom huil ik. De zelfperceptie theorie zegt het tegenovergestelde; ik huil en daarom voel ik me verdrietig.
Dus:
Ik schreeuw tegen mijn collega——————> daarom voel ik me boos
En niet:
Ik voel me boos—————————> daarom ik schreeuw tegen mijn collega
We doen iets en vervolgens worden we geïnformeerd door onze gevoelens hoe we ons aan het gedragen zijn. Ons gedrag is vaak automatisch en onbewust. Ons gedrag wordt grotendeels aangestuurd door het zogenaamde Systeem 1, ons onbewuste. De gevoelens die door ons gedrag worden opgeroepen maken ons bewust van hoe we ons aan het gedragen zijn. Onze gevoelens zijn onderdeel van het zogenaamde Systeem 2, ons bewuste.
Gevoelens zijn daarmee informanten. We hoeven dus niet te vechten tegen ons gevoel of ons gevoel te veroordelen. Het gevecht dat we soms moeten voeren speelt zich af tussen ons automatische, reflexmatige gedrag en de bewuste regulatie van ons gedrag. Door ons bewust te zijn wat we voelen, kunnen we ons gedrag vervolgens reguleren. Het gaat er dus niet om je gevoel te volgen, maar om je gevoel te zien als signaal van hoe je je aan het gedragen bent. Wil je je liever anders voelen? Gedraag je dan anders. Dan volgt je gevoel vanzelf.
William James (1884) was de eerste die stelde dat gevoelens voortvloeien uit gedragingen in plaats van andersom (James, William, “Principles of Psychology” 1890). In de jaren ’60 begon James Laird deze theorie van William James te onderzoeken. Gedurende vele jaren van onderzoek en experimenten bewees Laird dat gevoelens een gevolg zijn van ons gedrag en vervolgens ons toekomstige gedrag ook weer leiden en beïnvloeden. Een indrukwekkend aantal onderzoekers heeft in de loop der jaren dit fenomeen op diverse terreinen onderzocht.
Sabine Koch van de Heidelberg University deed onder andere onderzoek naar het effect van fysieke bewegingen en ritmes op gevoelens en cognitie. Maak je ronde, zachte bewegingen, dan wordt je vrolijker en beoordeel je situaties positiever. Maak je scherpe, abrupte bewegingen dan voel je je vervolgens negatiever en beoordeel je situaties negatiever.
Elaine Hatfield van de Universiteit van Hawai is een bekende onderzoekster op het gebied van de liefde en haat. Zij schreef onder andere een onderzoeksartikel over de besmettelijkheid van emoties. In dat artikel zet zij uiteen dat wij onbewust de gezichtsuitdrukkingen van onze gesprekspartners nadoen, waardoor wij ons hetzelfde gaan voelen als zij. Zo verandert je lichaam je brein op een manier waarvan je je niet bewust bent, want mensen zijn zich niet bewust van hun copieergedrag. Sterker nog, zodra iemand bewust iemand anders gelaatsuitdrukkingen gaat nadoen, ziet het er onecht uit.
Gunter Kreutz die onderzoek doet aan Goethe Universiteit in Frankfurt toonde aan dat zingen een positief effect heeft op je gemoedstoestand en ook op je immuunsysteem. Ook hier weer geldt: gevoel volgt gedrag. Dus wil je je goed voelen, zing een liedje.
Laura M. Hsu, Jaewoo Chung and Ellen J. Langer deden onderzoek naar het effect van leeftijdsgerelateerde cues op gezondheid en langlevendheid. Het blijkt dat leeftijdsgerelateerde cues een effect hebben op de fysieke gezondheid, de mentale prestaties en het gevoel over jezelf.  Zie je jezelf als oud, dan ga je je oud gedragen en sterf je eerder. Zie je jezelf als jong, dan gedraag je je jong en leef je langer.
Er zijn nog veel meer onderzoeken te vermelden. Richard Wiseman bedacht een ingenieus paraplubegrip voor dit alles: het “As If-princple’. In zijn boek Rip it Up beschrijft Wiseman op een hele toegankelijke manier dit principe.

progressie door intentioneel oefenen

Jaren geleden las ik dit boek: Talent is overrated. En vandaag herlas ik het. Talent is overgewaardeerd, wat top presteerders echt onderscheid van alle anderen is “intentioneel oefenen”.
Dit is wat Geoff Colvin daarover schrijft:
Er is een andere factor dan aangeboren talent die top presteren verklaart. Dat is de factor van intentioneel oefenen. Intentioneel oefenen is anders dan gewoonweg bezig zijn met de activiteit. Telkens opnieuw de activiteit doen hoeft niet te leiden tot beter gaan presteren. Want als je de activiteit telkens fout doet, slijten je fouten juist steeds dieper in. Intentioneel oefenen verschilt van gedachteloos oefenen op meerdere manieren. Bij intentioneel oefenen oefen je in je leerzone. De leerzone is de zone waar je vaardigheden net buiten je bereik liggen. Je doet niet wat je al gemakkelijk afgaat (je comfortabele zone) en ook niet wat veel te hoog gegrepen is (je paniek zone), maar je oefent een veeleisende taak die je nog net niet kan. Dit oefen je 1,5 tot 5 uur per dag. Dat oefenen van die vaardigheid die net buiten je bereik ligt pak je mentaal heel bewust aan.
Hoe je dat doet? Daar zijn drie modellen voor. Het eerste model heet het muziekmodel. Als je met het muziekmodel oefent doe je dat zo:

  1. je kiest de activiteit
  2. je deelt de activiteit op in deelactiviteiten
  3. je bepaalt wat belangrijk is in elk van die deelactiviteiten. Wat maakt het verschil in elk van de deelactiviteiten tussen matig en goed presteren?
  4. je oefent elke deelactiviteit. Je zorgt dat je uitvoering observeerbaar wordt, bijvoorbeeld door het op te nemen op video of door een mentor je te laten observeren
  5. je analyseert wat je hebt geoefend door je prestatie te vergelijken met een maatstaf en identificeert je fouten

Een tweede model van intentioneel oefenen is het schaakmodel. Het schaakmodel gaat zo:

  1. ga uit van een case
  2. bedenk hoe je in deze case goed zou kunnen acteren
  3. vergelijk je eigen acties met die van een meester in het veld
  4. als jouw acties afwijken van die van de meester, onderzoek dan waarom dat zo is en welke actie beter is

Een derde model van intentioneel oefenen is het sportmodel. Het sportmodel gaat zo:

  1. conditioneer je basisvaardigheden. Je krijgt door conditionering van je basisvaardigheden geen nieuwe vaardigheden maar je versterkt je bestaande vaardigheden. Dit kun je doen door terug te keren naar je oude studieboeken of naar de basisinformatie die je kreeg toen je startte met je activiteit. Zo haal je oude kennis op.
  2. gerichte simulatie. Plaats jezelf in een hypothetische situatie en oefen hoe je zou reageren in die situatie. Door zo te oefenen leer je jezelf te reageren op onvoorspelbare gebeurtenissen.

Om zo intentioneel te oefenen heb je zelfregulatie nodig. Hoe kun je jezelf reguleren tijdens het oefenen?

  1. zelfregulatie voor het oefenen gaat zo: formuleer je doelen in procesmatige termen in plaats van in resultaatgerichte termen. Een voorbeeld: ik wil dat mijn client zich begrepen voelt (procesdoel) in plaats van ik wil dat deze client een 8 geeft voor mijn coaching en ik ga dat proberen te bereiken door samen te vatten in de woorden van de client (in plaats van ik ga proberen een goede coach te zijn).
  2. zelfregulatie tijdens het oefenen gaat zo: observeer jezelf terwijl je aan het werk bent. Doe aan metacognitie. Dat wil zeggen dat je jezelf tijdens je werk observeert en checkt of je de goede kant aan het opgaan bent en zo niet wat je moet veranderen. In een coachingsgesprek analyseer je bijvoorbeeld of je goed aan het aansluiten bent bij je client
  3. zelfregulatie na het oefenen gaat zo: beoordeel jezelf tegen de maatstaf die relevant is voor wat je wilt bereiken. Kies bijvoorbeeld een maatstaf als de beste in je vakgebied, je beste eigen prestatie of de prestatie van een concurrent. Als je zo evalueert zul je fouten ontdekken in plaats van dat je alleen concludeert dat je het goed, slecht of ok hebt gedaan. Benader die fouten met het idee dat ze onder je controle zijn. Wat deed je zelf fout? Omdat je zo specifiek bent in wat je wilt leren in procesgerichte termen, kun je ook goed aanwijzen welk deel van het proces je niet goed deed. Daardoor ligt de fout binnen je invloedssfeer in plaats van dat het buiten je ligt en je machteloos bent (het ligt aan het weer of aan de scheidsrechter etc.). Pas vervolgens je gedrag aan om je fout te verbeteren.

Naast het intentioneel oefenen van een vaardigheid is ook het verdiepen van je kennis belangrijk voor top presteren. Je kunt je kennis verdiepen door op zoek te gaan naar relevante informatie in je vakgebied. Toppresteerders hebben veel, hoog ontwikkelde complexe mentale modellen van hun vakgebied. Dit draagt op drie manieren bij aan top prestaties:

  1. een mentaal model vormt het framework waar je je groeiende kennis aan ophangt, waardoor je meer onthoudt. Toppresteerders hebben niet een aangeboren beter geheugen, maar hebben complexe mentale modellen waardoor hun kennis geen losstaande data zijn maar passen in een samenhangend geheel. Daardoor zijn de feiten beter te onthouden.
  2. een mentaal model helpt je om irrelevante informatie te onderscheiden van relevante informatie.
  3. een mentaal model helpt je om te projecteren wat er zal gaan gebeuren. Daardoor kun je je acties beter afstemmen op wat je al aan ziet komen dat er gaat gebeuren.

Het resultaat van intentioneel oefenen is dat je meer gaat waarnemen, meer kennis krijgt, meer onthoudt. Dat is te zien in je brein en je lichaam. In je brein is het te zien aan het opgebouwde laagje myeline rondom de zenuwvezels en de neuronen. Daardoor werkt het gebied van de hersenen dat actief is tijdens het uitoefenen van je activiteit beter, sneller en complexer. Uiteindelijk is na duizenden uren van intentioneel oefenen top presteren mogelijk. Maar ook zonder die duizenden uren te oefenen en zonder het top niveau te bereiken, helpt zo nu en dan intentioneel oefenen je al met beter te worden in wat je doet.
 

Complimenten die progressie stimuleren

De manier waarop je complimenteert kan progressie stimuleren of juist een stagnerend effect hebben. Persoonsgericht complimenten blijken een stagnerend effect te kunnen hebben. Procesgerichte complimenten stimuleren juist progressie. Hier kun je een samenvatting vinden van wat werkt bij complimenteren. A4 Complimenteren – Workshop Mindset

Reader solution focused mindset at work

The solution focused approach is a respectful change approach. It works with the perspective of the client and acknowledges that the solutions to the problem have to fit with the unique and specific circumstances of the client. The approach acknowledges the perception that a problem exists, without analysing its causes or history. Instead, the approach explores what the desired future looks like for the client. The approach defines this desired future in concrete and positive terms, using vivid language. By analysing previous successes and positive exceptions to the problem in the past, solutions are build that suit the specific context and situation. This analysis of what works is then used to reach the desired future step by step.

This reader is an introduction in the solution focused mindset at work, its assumptions and four different solution focused roles.reader solution focused mindset at work

Wat goedlopende teams doen

Uit het onderzoek van Teresa Amabile blijkt dat in goedlopende teams bepaalde dingen worden gedaan door de teamleden. Dit zijn die dingen die alle teamleden in goedlopende teams doen:Klik hier om meer te lezen

Soms is de beste beslissing: geen beslissing

Partnoy beschrijft in zijn boek Wait twee soorten beslissingen. Er zijn beslissingen die we onbewust nemen en beslissingen die we bewust nemen. Bij onbewuste beslissingen werkt onze intuïtie. Bij bewuste beslissingen werkt ons bewustzijn, onze ratio. Als we heel veel ervaring en kennis opbouwen worden onze intuïtieve beslissingen beter. We worden experts. We nemen de juiste beslissing in hele korte tijd omdat we zoveel ervaring hebben opgebouwd. Experts hoeven niet na te denken en kunnen zo snel beslissen en handelen als ze willen. Hun ervaring zal ze de beslissing tot het laatste moment doen uitstellen, zodat ze veel observatietijd hebben en hun actie kunnen voorbereiden. Als we beginnelingen zijn op een bepaald gebied, dan moeten we niet onze intuïtie gebruiken bij het nemen van een beslissing maar onze ratio, ons bewuste. Beginnelingen hebben namelijk een slechte intuïtie, omdat ze nog geen ervaring hebben en het onbewuste nog geen informatie ter beschikking heeft om de intuïtie te voeden. Dus als je beginneling bent neem dan de tijd voor je beslissing, raadpleeg experts, verdiep je in de informatie en vertrouw niet op je intuitie. Een premortem kan goed werken, zegt Partnoy. Dat wil zeggen dat je doet alsof een beslissing fout heeft uitgepakt en je gaat na wat de redenen ervan waren dat het mis ging. Waren de aannames fout? Was je bevooroordeeld? Dit kost tijd. Maar het helpt je om onder tijdsdruk de juiste beslissing te nemen. Door een premortum te doen bereid je je namelijk voor op een goede beslissing als die echt wordt gevraagd. Ben je een beginneling en heb je geen tijd om je beslissing voor te bereiden? Dan is het vaak verstandig om niets te doen.